1862-21 December-1902 |
|
Aan hen die kleine en groote bibliotheken bezitten |
|
Album der Christelijk Philantropische Inrichtingen te Doetinchem en Utrecht |
|
Alliëren door alliantie : onze kerkelijke toestanden en wat daaraan te doen, in deze ernstige tijden; voorgesteld aan mijne geloovige landgenooten; opgedragen aan de Evangelische Alliantie, te Amsterdam 1867 |
|
Beschrijving van onze tien inrichtingen naar aanleiding der hierbijgaande teekeningen |
|
Circulaire over den toestand der Hervormde Kerk |
|
Het collecteren en zijn eigenaardige ervaringen |
|
Eenige gedachten over den oorsprong, de rechten en de verplichtingen, van het ouderlingschap |
|
Eenvoudige correspondentie met mijne belangstellende vrienden betreffende onze opleiding van jongelingen tot predikanten |
|
Het eerste woord van onze pers aan Doetinchem's ingezetenen |
|
Het Gebed van Agur : in vier Vertoogen : tot Bevordering van het Godsdienstig leven bij alle standen |
|
Geef rekenschap van uw rentmeesterschap |
|
Geliefde Medechristenen! : jaarverslag |
|
Heengaan in vrede : eenige losse opmerkingen naar aanleiding van Luk. 2: 29,30 |
|
Iets over de Christelijke Hoogere Burgerschool te Doetinchem |
|
Iets over onze inrichtingen, in verband met de Gemeente en haar toestand |
|
Inrichting (zoowel dag- als kostschool) voor meer uitgebreid lager en middelbaar onderwijs te Doetinchem |
|
Het lager onderwijs in Ned. Oost-Indië |
|
Mijn laatste collectereis : een woord van dank aan mijn vrienden |
|
Na vijf en twintig jaren : mijn verblijf en arbeid te Doetinchem herdacht : [gedachteniswoord uitgeproken in de Ned. Herv. zendingskapel te Doetinchem op Zondag 18 December 1887] |
|
De Ned. Herv. Zendingsgemeente te Doetinchem en hare verhouding tot de Ned. Herv. kerk |
|
Ons ervaren en onze bezwaren, na veertig jaren |
|
Ons Ruimzicht is vergroot en weer bewoond. En de kosten? (Zie hierachter) |
|
Open brief aan de belangstellende protestanten in Nederland naar aanleiding van twee ernstige getuigenissen over den treurigen toestand der Herv. Kerk |
|
Toespraak naar aanleiding van zondag XXXVIII : mijn driejarig zijn te Doetinchem herdacht, in verband tot het Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, en tevens collecte voor die vereeniging |
|
Toespraak ter bevordering van het Christelijk-Nationaal schoolonderwijs; op grond van Matth. 28: 18-20; gehouden in de Waalsche Kerk te Delft, den 19den December 1867 |
|
Twee inrichtingen in hun vorm, beginsel en wezen omschreven : jaarverslag van de Vereeniging voor Voorlopige Opleiding te Doetinchem |
|
Twee toespraken over Jacobus 1: 25 en Jeremia 3: 21-23 |
|
Tweede huis te Utrecht en gymnasium te Doetinchem, van de vereeniging ter bev. van inw. zending, bedoelende opleiding van jongelingen tot predikanten |
|
Tweede woord aan de christenen in mijne omgeving |
|
De vacante gemeenten in de Ned. Herv. Kerk, haar voorgangers als rentmeesters en haar jongelingschap als haar kapitaal |
|
Verslag met vermelding van mijne voorjaarscollecte, een paar extra giften en een legaat |
|
Verslag van onze Christelijk philantropische werkzaamheden, over de maanden April, Mei en Juni, 1871 |
|
Het vijf en twintig-jarig bestaan der Vereeniging tot bevordering van Inw. zending |
|
Een vraag aan de christenen in Nederland : is mijn werk en streven verzet tegen het Afgescheiden Kerkgenootschap? Of is het streven van velen in de Afgescheidene Kerk verzet tegen het heenstreven naar het apostolisch standpunt? |
|
Waarom ik tot de Hervormde Kerk overging : woorden, uitgesproken te Tzum, op den dag zijner bevestiging als lid der Herv. Kerk, 14 Juni 1874 |
|
wederkeering |
|
wet der vrijheid |
|
Wie helpt ons Ruimzicht meubileeren? |
|
Wij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd, uit zijne genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is : Rom. III:23,24 : inleidend woord bij den aanvang van het schooljaar 1882-'83 : enigszins uitgewerkt |
|
Een woord aan de gemeente tot kenschetsing onzer bedoelingen, benevens verslag van onzen Christelijk-Philanthropischen arbeid over het jaar 1873 |
|
Een woord over mijne verhouding tot mijne tegenstanders en tot onze inrichtingen, tevens Beantwoording van een dertigtal tot mij gerichte vragen |
|
Woorden, gesproken bij de bevestiging en intrede van Ds. F. Kampstra, op 11 Maart 1888 te Doetinchem |
|