Het adres hier uitgebragt [v...] de Hren Br Van Boetzelaar Br Collot D'Escury & Jr van Alphen reeds nagenoeg van de hoofdzaak dezelffe hadden gezegd ... |
|
Advisen, uitgebragt in de Tweede Kamer der Staten-Generaal |
|
Albuminscriptie |
|
Brief van P.A. van Boetzelaer aan Hendrik Arrent Hamaker (1789-1835) |
|
Brieven van Pieter Alexander baron van Boetzelaer (1759-1826), burgemeester van Amsterdam (1813-1824), geschreven aan Jeronimo de Vries Gzn. (1776-1853) |
|
État de l'emploi fait, par le syndicat d'amortissement de la somme de deux millions destinée, par la loi du 25 décembre 1824 (journal officiel no. 77), à l'achat et au remboursement de dette publique. (Exécution du prescrit de l'article 42 de la loi du 27 décembre 1822, journal officiel no. 59) |
|
Inwijding van het lokaal der Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. |
|
Netherlands. Permanente Commissie uit het Amortisatie Syndicaat. De Permanente Commissie uit het Amortisatie Syndicaat ... 1824? |
|
Opgave van het gebruik bij het amortisatie-syndicaat, gemaakt van de som van twee millioenen guldens, bij de wet van den 25sten december 1824 (staatsblad no. 77), bestemd om gedurende het jaar 1825, te worden besteed tot aankoop en aflossing van schuld. Geschiedende deze opgave, ter voldoening aan art. 42 der wet van den 27sten december 1822 (staatsblad no. 59). |
|
Pétitions, no. 60, 69, 72, 73, 76 |
|
Prijzen van Noordhollandsche kaas |
|
Rapport de la commission des pétitions sur celle de l'avocat J. F. Bassompière, se disant propriétaire du moulin dit des Petites Oies à Liège, concernant la loi sur la mouture : Exh. 22 mars 1822, no. 10. |
|
Rapport de la commission des pétitions, sur celle des Tanneurs de la ville de Wiltz du grand duché de Luxembourg; et sur celle des tanneurs de Clervaux et Wilwerwiltz dans le même duché. |
|
Rapport de la commission des pétitions sur celle du sieur Thomas, fabricant de laines, à Sivry, canton de Beaumont, province de Hainaut, concernant le tarif des douanes, sur l'exportation des laines, no. 14. Exh. 4 janvier 1822, no. 8. |
|
Rapport der commissie tot de verzoekschriften, betrekkelijk de rekweste van Peters C.S., stalhouders en voerlieden te Amsterdam, zich beklagende over eene nog in werking zijnde fransche wet op de posterijen : Exh. 23 november 1821, no. 8. |
|
Rapport van de commissie tot de verzoekschriften, omtrent de in hare handen gestelde rekweste van landlieden, wonende in de gemeente van Aagtekerke, provincie Zeeland, distrikt Walcheren : Exh. 8 februarij 1822, no. 9. |
|
Rapport van de commissie tot de verzoekschriften, op het rekwest van grond-eigenaren, huurders van teel- of weilanden, bouwlieden en veehoeders, wonende te Amsterdam, Mijdrecht en Nieuwkoop, concernerende den kwijnenden staat der landbouwers, en boerenstand, met verzoek om voorziening, en geleidende een kopij van een over hetzelfde onderwerp aan Z. M. den koning onlangs gepresenteerd rekwest : Exh. 15 maart 1822, no. 11. |
|
Rapport van de commissie van petitien, omtrent die van de gezamenlijke korenmolenaars te 's Gravenhage, betreffende de wet op het gemaal : Exh. 11 mei 1822, no 15. |
|
Resumé du rapport fait à la séance du 16 août 1822, de la pétition no. 108, présentée par des propriétaires et cultivateurs du district du Schermer et autres en Nordhollande |
|
Résumé du rapport sur la pétition, no. 47 : Exh. 15 juin 1822, no. 6 |
|
Theses jur. inaug. |
|
Verslag wegens het verzoekschrift, no. 108 |
|