Aan de hoog-eerw. heeren correspondenten, op de Zuid-Hollandsche Synode, by het eindigen van het plaisierreisje. |
|
Aan de vriendschap. |
|
Aan den heere Jan van Os, toen dezelve mij eenige proeven zijner uitmuntende schilderkunste vertoond had. |
|
Aan het musijkgezelschap, onder de spreuk: Vermaak in stichting, binnen 'sGraavenhaage. |
|
"Aanteekeningen wegens de Nederduitsche taal en dichtkunst" |
|
Albuminscriptie |
|
Een allernieuwst christelyk lied, oprecht vaderlandsch, om voor en op den 8e. Maart door al wat goed en braaf is in Nederland aan Prins Willem den V. te worden toegezongen. |
|
Bij de uitdeeling van den gouden eerpenning aan den heere Willem Bilderdijk, in de tiende Algemeene Vergadering van het Genootschap Kunstliefde spaart geen vlyt. : Op den XXVIII. van oogstmaand MDCCLXXXI. |
|
Brief van Jacobus Bosch, geschreven aan [Jacob Visser (1724-1804), namens] de gecommitteerden ter verbetering van het Psalmboek in Den Haag |
|
Brief van Johannes van Spaan (1724-1789) aan Jacobus Bellamy (1757-1786) |
|
Dank- en heilzang voor den ... here mr. Pieter van Bleiswijk, : toen dezelve het raadpensionarisschap van Holland en Westvriesland vijf jaaren bekleed had, en die hooge waardigheid weder aanvaardde |
|
Feest en vreugdegalm ter inhuldiginge van [...] Bernhardinus de Moor, tot hoog-leeraar in de heilige godtgeleertheit [...] te Leiden. |
|
Feestzang aan de zeer geëerde leden van het gezelschap, onder de spreuk: Vreugd in deugd. |
|
Feestzang op de geboorte van 's weerelds Heiland; |
|
Huuwelijkszangen voor den Welëdelengestrengen Heer, Mr. Pieter van Spaan, Griffier in den Edelen Souverainen Raade en Leenhove van Brabant, en de Landen van Overmaaze, mitsgaders Rentmeester der Exploicten van denzelven Raad, en Honorair Lid van de Taal- en Dichtlievende Genootschappen in 's Haage en te Leyden, en de Welëdele Jongvrouwe Cornelia Catharina Clepole de Norborough, In den Echt verëenigd, in 's Graavenhaage, Op den XXXsten van Wijnmaand, MDCCLXXIV. |
|
Korte kerk-reden, by gelegentheid der plechtigen aanvaardinge van het erfstadhouderlyk bestuur over de Vereenigde Nederlanden ... door Willem den Vyfden |
|
Lyk-klagten over't smertelyk dog zalig afsterven van den hoogeerwaarden [...] Joannes Wesselius. |
|
Op het huuwelijk van [...] Cornelis de Gyselaar [...] en [...] Catharina Geertruida Heerega. |
|
Op het huuwelijk van Henricus Hasebroek, Bedienaar des Godlijken Woords aan de Oudewetering, met Mejufvrouwe Elizabeth Blauw, Voltrokken in 's Graavenhaage den 11. van Slagtmaand, 1777 |
|
Oratio de tranquillitate animi. |
|
De schadelijkheid der dooden bij de leevenden, ter beschaminge van het bijgeloof. |
|
Ter bruilofte van den heere Gelinus van Spaan, en jongvrouwe Agatha vander Wallen. |
|
Ter inwijdinge van de nieuwe en verbeterde psalmberijminge, in de Nederduitsche gereformeerde gemeente van 'sGraavenhaage. |
|
Ter inwijinge van het nieuwgebouwde predikantenhuis, voor den ... heere, Christianus van Steeneveld ... euangelidienaar, te Scheveninge. |
|
Ter verheffinge van den welëdelen grootächtbaren heere, Mr. Pieter van de Poel, tot burgemeester van 's Graevenhaege; verkooren, Den xxv. van Slagtmaand MDCCLXXV. |
|
Twee grafschriften op Jan Hudde Dedel (1702-1777). Het tweede is mogelijk van de hand van Johannes van Spaan (1724-1789), predikant te Den Haag |
|
Uitbreiding van den lofzang der engelen. Lucas II. vol. 14. |
|
Veldgesprek ter gelegenheid der |
|
Wilhelmus van Nassouwen |
|