Tuinman, Carolus, 1659-1728
![Sudoc [ABES], France](/viaf/images/flags/SUDOC.png "Sudoc [ABES], France")
Tuinman, Carolus
Carolus Tuinman
VIAF ID: 10201810 (Personal)
Permalink: http://viaf.org/viaf/10201810
Preferred Forms
-
100 0 _
‡a
Carolus Tuinman
-
100 1 _ ‡a Tuinman, Carolus
-
100 1 _
‡a
Tuinman, Carolus
-
100 1 _ ‡a Tuinman, Carolus ‡d (1659-1728)
-
100 1 _
‡a
Tuinman, Carolus
‡d
1659-1728
-
100 1 _
‡a
Tuinman, Carolus,
‡d
1659-1728
-
100 1 _
‡a
Tuinman, Carolus,
‡d
1659-1728
-
100 1 _ ‡a Tuinman, Carolus, ‡d 1659-1728
-
100 1 _ ‡a Tuinman, Carolus, ‡d 1659-1728
-
100 1 _ ‡a Tuinman, Carolus, ‡d 1659-1728
-
100 1 _ ‡a Tuinman, Carolus, ‡d 1659-1728
4xx's: Alternate Name Forms (10)
Works
| Title | Sources |
|---|---|
| Beginzel van hemelwerk : bestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen. |
|
| C. Tuinmans Nederduitsche poëzy |
|
| C. Tuinmans zedenzangen, over een groot gedeelte der Nederlandsche spreekwoorden van dagelyks gebruik, nuttig uitgebreid en toegepast op verscheiden rymtrant en zangwyzen. |
|
| Carolus Tuinman als fraseoloog en paroemioloog |
|
| Gedenk-zuil opgeregt ter gezegende geheugenis van ... Maria Jacoba Thibaut, die oud zijnde 26. jaaren, in den Heere is ontslapen, op den 4den van Lentemaand des jaars 1711 : en staatpligtig ter aarde bestelt, op den 12 derzelve maand, binnen Middelburg. |
|
| Geef uw schepper eer |
|
| De geest der genade en der gebeden |
|
| Gelovig en krachtig bidden |
|
| Goddelijke bescherming |
|
| Gods trouwe zorg |
|
| Het goede en het kwade : Job 2:10 |
|
| De heillooze gruwelleere der vrygeesten, 1714: |
|
| Het helsche gruwelgeheim der heillooze vrygeesten, open gelegt door den vermomden Pius Fidelis, met het opschuimen van zyn eigen schande, in de missive aan den heer I. M. V. H. tegens het boek de liegende en bedriegende vrygeest, en de Thesen en antithesen des e. kerkenraads van Middelburg. Benevens een antwoord en aanmerkingen over dezelve, met betoog dat het alles verniewde David-Joristery is. Noch een nareden, waar in ook het leven en bedryf van dien verleider beschreven word. Mitsgaders de staatkunde der vrygeesten, omtrent de religie en kerkelijken, met korte aantekeningen. En een woordenlyst van de nieuwe boeventaal. |
|
| Historische en godgeleerde oeffeningen, over de oorsprong, voortgang, en gevoelens van de oude en nieuwe Antinomianen, bysonder in Nederland, onder de naem van de Hebreen. |
|
| Hoe groot zijt Gij! |
|
| Jezus' schapen horen Zijn stem |
|
| Keurstoffen uit de heilige schriften der propheten |
|
| Keurstoffen uit het boek van Job |
|
| liegende en bedriegende vrygeest, ontmaskert .. |
|
| Mengel-stoffe van veelerlei stichtelijke gezangen; op verscheide, zo oude als nieuwe toonen en psalm-wijzen. |
|
| Nagelaatene keurstoffen van den beroemden heere, Carolus Tuinman ... |
|
| Natuurlyke voortekenen van allerlei weder, waargenomen aan de zon, maan, sterren, lucht, het water, de aarde, beesten, enz. |
|
| Nederduitsche poëzy, behelzende stichtelyke puntdichten, kortbondige koppelversen, en nuttige zedenrymen, met een nabanket. : hier zyn by gevoegt godvruchtige gezangen. |
|
| Een nieuw bundeltje uitgekipte geestelijke gezangen, ten dienste van alle bond- en gunstgenooten van Jehovah den drie-eenigen en algenoegzamen God |
|
| Onderrichting, tegen de dolle en dweepersche secte der vrygeesten, die zich geestelijke noemen |
|
| De oorsprong en uitlegging van dagelijks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, : opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal |
|
| Ootmoedig en aanhoudend bidden |
|
| Op dit heil- en schaamteloos leugen-boek |
|
| Oud en nieuw ; of vergelyking der oude en nieuwe Nederduitsche taal in vorming en spreekwyzen |
|
| Overeenstemming van die vrygeesten met de hedendaagsche; betoogt uit de bevinding, en uittrekzels hunner geschriften |
|
| Overvloedige genade |
|
| Een Pinksterbelofte |
|
| Rommelzoode van allerlei paapsch heiligdom, bestaande in raare overblijfzels |
|
| Rouw- en liefdetraanen uitgestort over 't smertelijk afsterven van ... Jakobus Plancius : getrouw en gewenscht herder der gemeinte van Jesus Christus te Middelburg, naar eene gezetende bediening van ruim twee en twintig. en ouderdom van 65 jaaren, zalig aldaar in den Heere ontslapen den 11 en ten grave gebragt den 18 van wintermaand 1722. |
|
| Rymlust |
|
| Rymlust, behelzende I. Het ongerymde pausdom, met eene rommelzode van paapenheiligdom. II. Uitspannings uitspanning en III. Rymproeve. : alles tot betoog van de rymrykheid der Nederduitsche taal. : noch een byvoegzel van gedichten. |
|
| School van Salerno |
|
| Sibboleth |
|
| Sibboleth, of Leugen en bedrog van den vermomden vrygeest Marinus Booms; betoogt in een omstandig verhaal der gantsche kerkelijke handeling met den zelven; wederlegging van zijn zo genaamde apologie, of verandwoording; en ontmaskering van zijn geblankette geloofsbelydenis. : Benevens andere zaaken, die het vrygeestendom betreffen ... Ook de stellingen en tegenstellingen aan verdachte voor te houden. Uit last en naam des e. kerkenraads van Middelburg. |
|
| Sleutel of naamlyst van de boevetaal der vrygeesten |
|
| De toevlucht en sterkte van het ware christendom in leven en sterven : aangewezen in vyf en vyftig predikaatsien over den Heidelbergschen catechismus |
|
| Een troostrijke belofte |
|
| Uitgebreide zamenspraak, tusschen Jesus en de twee naar Emmaus reizende jongeren |
|
| Een uitnemende Messiasbelofte |
|
| Uw koming komt! |
|
| Een veilige schuilplaats |
|
| Vernieuwde krachten |
|
| Vervolg op de Fakkel der Nederduitsche taale |
|
| De verwachting van Gods kerk |
|
| Voor jood en heiden |
|
| Voortekenen van het weder, enz. die ongegrond, of bygelovig zyn |
|
| vrijgeesten |
|
| Wat is het goede deel? |
|
| Weggevloden dagen : Job 9:25-26 |
|
| Zedenzangen |
|
| Zegen-wensch aan heer Ewaldus Reinvaan : kassier en opper-commijs van Walcheren : en juffr. Maria Verschuure : op 't verjaarden van hunnen huwelijxdag op den 31 maart 1723 na dat zy 25 jaaren in een gezegende egt hadden geleeft. |
|
| Ziels-opwekking tot waare deugd en vrolykheit in lof- en smeekliederen, mitsgaders veldgezangen tot verheerlyking van den grooten Heer en Formeerder van alles |
|
