Aan de Hervormde Gemeente in Nederland |
|
De Academie van Groningen ; hare grondslagen en regten en de gevolgen, welke uit hare opheffing zouden voortvloeijen |
|
Brief van Hendrikus Octavius Feith (1778-1849), geschreven aan Adriaan David Cornets de Groot (1768-1827) |
|
Brieven van H.O. Feith (1778-1849) (geadresseerden onbekend) |
|
Dissertatio politico-juridica de tyrannide |
|
Email from IEN, Aug. 5, 2010 |
|
Gedachten over de toelating van jonge lieden tot de Hoogescholen en Athenaea, en het deswege ingevoerd Staatsexamen bij het Koninklijk Besluit van 23 Mei 1845 |
|
Het Groninger beklemregt, of verzameling van staats-resolutien, en andere, tot het beklemregt betrekkelijke stukken |
|
Handboekje over het beklemregt, 1851 |
|
Lantrecht des Oldenamptes ende des vijfften deels van Reijderlant van 1471 en Oud-Oldambster landregt van 1327 (veeltijds 1427) |
|
Levensschets van mr. R.K. Driessen, advokaat te Groningen, archivarius der provincie Groningen en lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde |
|
Mémoire de droit ... |
|
Mémoire de droit renfermant les principes sur lesquels se fondent les propriétaires des terres sises dans le département de l'Ems-Occidental et affermées sous une beklemming fixe et perpétuelle (ainsi nommée), lesquels propriétaires sont d'avis que, en vertu de la loi du 18 décembre 1790, leurs dits biens ne sont point rachetables et que, pour leur conservation, ils ne doivent point être inscrits aux registres des hypothèques |
|
Memorie van regte, inhoudende de gronden, waarom de eigenaren van landen in het departement van de Wester-Eems gelegen en onder eene zoogenaamde vaste en altoosdurende beklemming uitgedaan, van oordeel zijn, dat deze hunne goederen, uit kragte van de wet van den 18den december 1790, niet afkoopbaar zijn, noch ter bewaring van dezelven in de hypotheken-registers behoeven ingeschreven te worden |
|
Memorie van regte, over eenen eisch tot afscheiding van een deel eener beklemming, bij saisie-immobilière, gearresteerd ten laste van den, te boek staanden, meijer |
|
Memorie van regte over het erfpachtsregt, ingevoerd bij de Wet van den 10 Januarij 1824, met betrekking tot de Groninger vaste beklemming |
|
Over de karspellasten van Grijpskerk, als behoorende tot het inkomen van den predikant der Hervormde gemeente aldaar : met eene bijlage over het collatieregt van Grijpskerk, en eene kleine verhandeling over de oude jaartaksen en de voormalige verponding in deze provincie |
|
Redevoering ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig feest der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen : uitgesproken in het departement Groningen, den 16den van slagtmaand 1809 |
|
Redevoering, uitgesproken op het feest, gevierd bij het vijftigjarig bestaan van het Instituut voor doofstommen te Groningen, op den 22 van hooimaand 1840 : met aanteekeningen |
|
Redevoering van Mr. H.O. Feith, uitgesproken in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, op den 2 september 1840. |
|
Reijsjes na Munsterland : Floris Willem Sloet tot Warmelo naar Bentheim en Munster, 1776, Hendricus Octavius Feith naar Bentheim, Munster en Osnabrück, 1814, Hendricus Octavius Feith naar Oldenburg, 1817, Adrien Jean Elisa van Bevervoorden naar Bentheim, Munster en Paderborn, 1834 |
|
Selwerder landregt van Karel van Gelre, van Louwmaand 1529 |
|
De stem eens staatsburgers over het ontwerp van gewijzigde grondwet |
|
Verslag van de commissie ter verzorging van de door den veenbrand, op den 11 en 12 junij 1833, ongelukkig geworden ingezetenen van de provincie Groningen |
|