Aan de edelmoedige en Braave Haagsche Schuttery |
|
Aan de maan. Lierzang. |
|
Aan het taal- en dichtlievend genootschap, Kunst wordt door arbeid verkreegen; met een' brief van prinse Willem de Eerste, aan Jonkheer Diedrik Sonoy, en de raaden van Westfriesland. |
|
Aan het taal- en dichtlievend genootschap, onder de spreuk: Studium scientiarum genitrix; bij het ontvangen van den zilveren eerpenning [...]. Lierzang. |
|
Aan mynen hoogstgeachten oom [...] Johannes Trellont, by gelegenheid dat zyn wel-eer-waarde deszelfs vyftigjaarigen predikdienst [...] plechtig gedacht. |
|
Albuminscriptie |
|
Het algemeen zwak; of de geschilderde dieren vrije navolging. |
|
Brief van Thomas van Limburg (1740/50-1815) |
|
Derde en laatste vervolg op de "Vaderlandsche dichtöefeningen" |
|
Feestzang, mijnen waarden oom [...] Martinus Wilhelmus Schwencke, nadat hij de geneeskunst vijftig jaaren met algemeene toejuiching beöefend had, toegezongen. |
|
Feestzangen, op den vijf-en-twintigjaarigen trouwdag van den Welëerwaardigen Heere Willem de Koning, Getrouw Evangeliedienaar in de Hervormde Gemeente van 's Graavenhaage, en Vrouwe Maria Schuylenburg, gebooren Van Suchtelen, aldaar plegtig gevierd, den 21. van Grasmaand, MDCCLXXXXI. |
|
Gewijde mengelingen. |
|
Herïnnering. |
|
Jakob Kats, bij het sluiten van de groote vergadering, op den XXI. van oogstmaand, MDCLI. |
|
Jeugdige dichtproeven van Johanna Constantia Cleve, oud elf jaren |
|
Johan van Oldenbarneveld aan zijne echtgenoote, kinderen en kindskinderen. |
|
De jongste dag. |
|
Klaudius Civilis aan zijn krijgsleger bij den Rhijn. |
|
Leerreeden over II Petri I: 13, 14a : ter gedachtenis van zynen vyftigjaarigen predikdienst in de Gemeinten van Roon, Maastricht en Haarlem : uitgesprooken, den 3 July 1796 ... |
|
De lente : cantate |
|
Leydens ramp van den twaalfden januarij 1807 |
|
Lijkzang, ter gedachtenisse van Jongkvrouwe Juliana Cornelia, baronesse de Lannoy: overleeden te Geertruidenberg, op den achttienden van Sprokkelmaand MDCCLXXXII. |
|
Lofzang aan den verlosser. |
|
Lycurgus aan zijne medeburgeren. |
|
Mengelpoëzij. |
|
Messias. Lofzangen. |
|
Messias : oratorio |
|
Mijne overdenking; bij gelegenheid van het declaratoir, in de Delfsche kourant, van den 13 van herfstmaand, 1787. |
|
Op den zeeslag, tusschen 'slands vloot, onder het bevel van den manhaftigen schout bij nacht Zoutman, en de Engelsche zeemagt onder den admiraal Parker; voorgevallen, den 5den van Oogstmaand 1781 |
|
Het Pinksterfeest : oratorio |
|
Poezie |
|
Prijsvaerzen, behelzende: De vrije zee. |
|
Prins Willem de Eerste. : Eeuwzang; den Xen van Hooimaand 1784. |
|
Proeven van poëtische mengelstoffen |
|
Redevoeringen over het vermogen der schilderkunst ... 1811 |
|
's Heilands geboorte herdacht, bij den uitgang van het jaar : oratorio |
|
Tafereel der geschiedenissen, voor en bij de grondlegging van Nederlands gemeenebest. |
|
De tempel der poëzij en schilderkunst. Toegezongen aan mijne medebestuurderen van het dichtlievend genootschap, onder de spreuk: kunstliefde spaart geen vlijt. |
|
Ter nagedachtenis van den hoogwelgebooren heere Wolter Jan baron Bentinck |
|
Triumfzang voor Nederland |
|
Washington. |
|
De watervloed van 1809 : openbaar voorgeleezen in de Maatschappij Diligentiâ, ten behoeve van onze ongelukkige landgenooten op donderdag, den 23 february, 1809 |
|
De weg tot het ware geluk, in dit leven, lierzang. |
|
De zaligste ontmoeting. |
|
Het zegevierend Israël te Mispa. |
|
Zilveren bruiloftzangen |
|