Monnikhoff, Johannes, 1707-1787
Monnikhoff, Johannes, 1707-....
Johannes Monnikhoff
VIAF ID: 221800015 ( Personal )
Permalink: http://viaf.org/viaf/221800015
Preferred Forms
- 100 0 _ ‡a Johannes Monnikhoff
-
- 100 1 _ ‡a Monnikhoff, Johannes ‡d 1707-1787
- 100 1 _ ‡a Monnikhoff, Johannes ‡d 1707-1787
- 100 1 _ ‡a Monnikhoff, Johannes, ‡d 1707-....
- 100 1 _ ‡a Monnikhoff, Johannes, ‡d 1707-1787
-
4xx's: Alternate Name Forms (10)
Works
Title | Sources |
---|---|
Antekeninge [...] op deszelfs godgeleerde staatkundige verhandelinge" | |
Bericht omtrent een polemiek door Willem Deurhoff (1650-1717) tussen 1681 en 1683 gevoerd met Bartholomeus van Cuijlenburgh | |
Brieven en verklaringen over Mattheus, Hoofd-deel XIII, vers 24 tot 30 en 37 tot 43, mitsgaders over I Joannes II, 18 | |
"De goede Zaaken van Stephanus, den Diaken en eerste Bloedgetuijge der Gemijnte Jesu Christi, beschreven in de Handelinge der Apostelen. Hoofddeel 6 Vers 8 tot Hoofddeel 8, Vers 2" | |
Handschriftelijke aantekeningen in een gedrukt ex. van ' De nagelate schriften van B[enedictus] d[e] S[pinoza]. [Amsterdam] 1677' | |
Johannes Monnikhoff en zijn legaat | |
"Laatste Uuren ter Uitlegging en verklaaring van den Eersten algemeene Zendbrief van den H. Apostel en Evangelist Joannes, behelsende deszelfs Ie en IIe Hoofddeel tot Vers 18" | |
Lijst van werken van Willem Deurhoff (1650-1717), en van leerredenen van Cornelis van Loon | |
Ontleed- heel- en werktuig-kundige zamenstelling; ter ontdekking van de bizondere plaatsen, oorzaaken, kenteekenen, toevallen, en geneesingen der scheursels, of breuken. | |
Quatuor dissertationes, quibus efficitur, ex co, quod est, sequi Deum esse: | |
"Ter afstervinge van den Heer Willem Deurhoff, overleden tot Amsterdam, den 10 Octob. 1717" | |
Verhandelingen bekroond met den prijs van het legaat [= sur les hernies] van J. Monnikhoff. | |
Verhandelingen, uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen, te Haarlem. : [Volume 17, part 2]. | |
"Verklaaringen" | |
Vol-zeekere en bondige betooging, dat daar uit, dat'er nu iet bestaat, bet aanwezen volge van een noodzaaklyk, eeuwig en onveranderlyk wezen, het welk van deeze wereld onderscheiden is |