1844-1845, no. 21 : [(R. d. W. XXI.)] |
|
Aan den Weledelen Gestrengen Heer Mr. Johannes Beeldsnyder bij zijne verschijning ter middagmaaltijd, door de Heeren leden der Societeit Willem Frederik gegeven, ter viering van zijne gelukkige herstelling van eene langdurige onpasselijkheid, [...] te Amsterdam, den 11 December 1811. |
|
Aanmerkingen op het ontwerp van het Wetboek van strafvordering, voor het Koningrijk der Nederlanden |
|
Adres aan de Staten-Generaal, wegens de Naamlooze Maatschappijen. |
|
Bedenkingen over de vraag: Heeft Cicero in zijne redekunstige voorschriften, al dan niet gezondigd tegen de beginselen der zedekunde? : briefswijze medegedeeld aan den heer J.F.L. Schröder, hoogl. in de wis- en natuurkunde te Utrecht, enz. |
|
Belasting op de rente van de nationale schuld : belasting op de inkomsten |
|
Berekeningen strekkende tot grondslag van de begrooting van staats-uitgaven over de jaren 1846 en 1847 |
|
Brief van baron Huibert Gerard Nahuys van Burgst aan F.A. van Hall |
|
Brief van Charles Bonaventure Marie Toullier aan F.A. van Hall |
|
Brief van Hajo Albert Spandaw (1777-1855), dichter, geschreven aan de minister van Justitie [=Floris Adriaan baron van Hall (1791-1866)] |
|
Brief van Jernonimo de Bosch Kemper (1808-1876) aan Floris Adriaan van Hall (1791-1866), politicus |
|
Brieven van Baron F.A. van Hall aan Barthold Jacob Lintelo de Geer van Jutphaas (1816-1903) |
|
Brieven van F.A. van Hall aan Hendrik Jakob Koenen (1809-1874) |
|
Brieven van Floris Adrianus van Hall (1791-1866) aan Lodewijk Caspar Luzac (1786-1861) |
|
De conservatieve partij in 1853 en 1856 |
|
Considérations sur les crises financières et sur la législation Anglaise concernant les banques de circulation |
|
Disputatio juris naturalis et civilis Romani, de dolo, quoad eum tractat Cicero libro III. de Officiis cap. 12 et seqq. |
|
Exh. 13 november 1844, no. 2 : No. 55. No. 69. Generaal Secretariaat |
|
Herinnering aan het bedrijf der Tweede Kamer van de Staten-Generaal der Nederlanden van 1842 tot 1848 |
|
Kritische beschouwing der zeven eerste Titels van het nieuwe Nederlandsche Wetboek van Koophandel |
|
Kunnen dan de inkomsten der schatkist niet verzekerd worden, zonder den Nederlandschen handel te bederven? |
|
Lofrede op Johan de Witt |
|
Nieuwe Rotterdamsche Courant. 1850 |
|
Onpartijdige beschouwing van den toestand des koophandels binnen de Vereenigde Nederlanden in brieven. |
|
Op het negenenzeventigste verjaarfeest van Zijne Excellentie den Heer Lt. Admiraal van Kinsbergen, [...] den 1sten van Bloeimaand 1814. |
|
Proeve van een onderzoek, wegens de gevolgen van gepleegde valschheid in wisselbrieven |
|
Redevoering ter gedachtenis van Gysbert Karel Graaf van Hogendorp |
|
Redevoering van Zijne Excellentie den Minister van Financiën, ter verdediging van het wetsontwerp betrekkelijk eene buitengewone belasting op de bezittingen en daarmee gepaard gaande vrijwillige geldleening, uitgesproken in de zitting van den 29. Februarij 1844. |
|
Regelingen van de belangen der Nederlandsche scheepvaart : [omslag met krantenartikelen, redevoeringen en brieven]. |
|
's Gravenhage, den 26sten october 1844. 12den november 1844. |
|
Theses juridicae inaugurales |
|
Theses quas praeside Henrico Constantino Cras ... |
|
Tweejarige staatsbegrooting. 1846-1847 |
|
De uitkomst bevestigt de finantieele opgaven door den Minister van finantiën in 1860 gedaan |
|
Verdediging van de onafhankelijkheid des handels bij het oprigten van naamlooze maatschappijen |
|
De verhandeling over eene op te rigten handelsbank, getoetst aan wetenschap en ondervinding |
|
Verslag wegens den toestand der staatsschuld op de tijdperken van 1 januarij 1844 en van 1 januarij 1846, door Zijne Excellentie den Minister van Finantien den koning aangeboden en op hoogstdeszelfs last openbaar gemaakt. |
|
De wettigheid van den maatregel omtrent de uitgestelde schuld gehandhaafd |
|
Een Woord over de voorgestelde belasting op de bezittingen |
|