<10>Jani Ten Brink Gymnasii Harderviceni |
|
Aan mijne mede-studenten, bij den ontijdigen dood van onzen geliefden mede-broeder, Samuel van Schaak. |
|
Aan mijne medgezellen, toen de Heer W.A. l'Estevenon van Hazerswoude, Curator van 's Lands Hooge School, ons aanbood, deel te neemen in de kosten van het regtsgeding tegen den Major van de Graaf. |
|
Aan mijnen vriend H. Santvoort, toen hij tot Doctor in de beide rechten wierdt bevorderd. |
|
Albuminscriptie |
|
Bedenkingen tegen het voorstel van den burger C:L: van Beijma, gedaan in de Nationale Vergadering, op Woensdag den 20 September 1797. om door de ambtenaren af te doen leggen den eed van haat aan het Stadhouderschap, de Aristocratie, en de Regeringloosheid; |
|
Bibliotheek van oude letterkunde. |
|
Brief van Jan ten Brink (1771-1839) aan Philip Willem van Heusde (1778-1839) |
|
Brieven over Italië, in het jaar 1785, benevens eene lofrede op den schrijver |
|
Brieven van Jan ten Brink (1771-1839), letterkundige, geschreven aan Jeronimo de Vries Gzn. (1776-1853) |
|
Collegedictaat |
|
Cyropedie, of over de opvoeding en het leven van den ouden Cyrus |
|
Dictata in Horatii librum I Odarum |
|
Exercitationum academicarum spec. I-III/ Joa. Luzac ; defend. Abr. Blussé, Jan. ten Brink. Joh. Jac. Schultens. |
|
Gedenkwaardigheden van Socrates |
|
Gedichten |
|
Ianus ten Brink ... academiae rector magnificus L.S. Quantam res literaria quantam in primis universitas nostra obitu viri clarissimi Gabini de Wal .... |
|
Ianus ten Brink ... rector academiae magnificus L.S. quod faustum felix ac fortunatum sit ... Ioannes Fredericus van Oordt .. |
|
invloed der dichtkunst op vrijheids-min en liefde |
|
Kort betoog, dat de verbondene mogendheden geregtigd en verpligt zijn, om Napoléon Buonaparte van den Franschen troon met geweld van wapenen te verdrijven |
|
Krijgstogt van Cyrus |
|
Medea : treurspel van Euripides |
|
Mijn roem als Nederlander. |
|
Nieuwe Fransche tiranny, byzonder onder de regering van Napoleon Bonaparte : behelzende eene opgave van de onregtvaardigheden en geweldenarijen, door de Franschen in Nederland uitgeoefend, sedert het begin van 1795 tot op het einde van 1813 : ten gebruike voor de scholen |
|
Observationes in loca veterum, praecipue quae sunt de vindicta divina : exercitationum acad. spec. II |
|
Op de bruiloft van mijnen waarden schoonbroeder, A. J. Glasius, en mijne waarde schoonzuster, Johanna van Staden, Gevierd te Ouderkerk aan de Amstel, den 16den Augustus 1797. |
|
Oratio de Graecorvm Romanorvmqve scriptorvm stvdio |
|
Oratio pro Graecae linguae studio |
|
Over de samenzwering van Lucius Sergius Catilina |
|
Parvum dictionarium, continens nomina deorum, heroum insularum, regionum, popularum, urbium, fluviorum, montiumque insigniorum, apud antiquos scriptores obvia : in usum scholarum |
|
Q.F.F.Q. S. Ianus ten Brink in facultate Philosophiae theoreticae et literarum humaniorum professor ordinarius Academiae quae Groningae est rector ... virum doctissimum expertissimum clarissimum Iacobum Baart de la Faille ... auspicabitur solemni oratione De noxis quas recentiori praesertim tempore varia systemata medicinae fecerunt ... enixe rogo en officiose invito |
|
Redevoering gehouden door den burger Jan ten Brink, in tegenwoordigheid van den Provisionelen Raad en de Gemeente van Leyden, in de Pieters kerk aldaar, op den XVII. Junij MDCCXCV. het eerste jaar der Bataafsche vrijheid. |
|
Het treurig lot der geleerden, die zich voor loon verhuren |
|
De ware heldenmoed. : Jaarzang, aan de broederschap van de aloude Rhethorijkkamer te Haarlem, bekend onder de zinspreuk: Trouw moet blijken, op den eersten dag van 't jaar MDCCCXIV. |
|
Zang voor de echte Nederlanders. |
|
De zedekunde op de staatkunde toegepast : om tot inleiding te dienen voor de Aanmerkingen over de Fransche zeden in de XIXde eeuw |
|